Nodig: een zakdoek of een ander soort doek.

 

Bij dit spel is er één tikker, dit is Joris. De rest van de mensen vormt de draak.  Dit doen ze door achter elkaar te gaan staan en hun voorganger vast te houden. Het achterste persoon krijgt nu een doek vastgemaakt aan de broek of rok. Joris moet nu proberen om de kop van de draak heen te rennen en de staart  (de doek) te pakken te krijgen. De kop probeert dit natuurlijk te verhinderen. Ook de staart probeert op Joris te ontwijken. Zodra Joris de doek te pakken heeft of als de draak in stukken getrokken is, is het spel afgelopen en wordt iemand anders Joris.