Activiteit: Levend Kolonisten van Catan

 

Duur: 3 kwartier

 

Aantal leiding: 3-4 (1 per team + 1 centrale)

 

Benodigdheden:

- gele lintjes: 1 voor elk teamlid + 1 voor de teambasis + 8 extra

- rode lintjes: 1 voor elk teamlid + 1 voor de teambasis + 8 extra

(- blauwe of groene lintjes: 1 voor elk teamlid + 1 voor de teambasis + 8 extra) à alleen als je met 3 of 4 teams speelt!

- 5 stukken afzetlint

- grondstofkaarten (uit een origineel Kolonisten bordspel, of zelf uitprinten+plastificeren)

- 5 dorpskaarten per kleur (zelf maken)

- 3 stadskaarten per kleur (zelf maken)

- 10 straatkaarten per kleur (zelf maken)

- per team blaadje + pen

- portofoons (1 per team + 1 voor de centrale post)

- fluitje

- 1 grote dobbelsteen per team

- 5 bakjes/teiltjes

- stoepkrijt in de kleuren van de teams

 

Van te voren doen:

- een speelveld uitzetten in het bos

- teiltjes met grondstofkaarten neerzetten en markeren met afzetlint

 

Uitleg:

De kinderen worden in twee teams verdeeld, rood en geel (bij veel kinderen kan ook een derde of zelfs vierde team gecreëerd worden maar we gaan in de uitleg uit van 2 teams). Beide teams hebben een hoek van het bos als basis. Verspreid door het bos staan teiltjes met grondstoffenkaartjes. Er zijn 5 verschillende: hout, steen, graan, wol, erts. De plekken waar de grondstoffen te vinden zijn, zijn gemarkeerd met afzetlint.

 

Beide teams hebben een grote dobbelsteen. Op een blaadje maakt elk team een indeling welk getal ze voor welke grondstof kiezen. Het zesde getal is de roofridder. Bijv:

team rood: 1 = graan   2 = hout   3 = wol  4 = steen   5 = erts   6 = roofridder

team geel: 1 = steen    2 = wol  3 = roofridder   4 = erts   5 = hout   6 = graan

 

De leiding van beide teams moeten voor het spel begint via de portofoon aan het andere team doorgeven op welk getal zij de roofridder hebben geplaatst (de indeling van de grondstoffen blijft geheim).

Als er gefloten wordt (centrale post), gooit een team met de dobbelsteen. Dit wordt via de porto doorgegeven aan het andere team. Een teamlid van elk team moet vervolgens op zoek naar het bakje met de grondstof dat correspondeert met het getal op de dobbelsteen, zoals ze dit zelf vooraf hebben ingevuld.

Bijv.  team rood is aan de beurt en gooit 2. Een lid van team rood mag nu een kaartje hout gaan halen, terwijl iemand van team geel een kaartje wol mag halen.

Als het getal waarop de roofridder staat gegooid wordt, mag er bij de tegenpartij 1 grondstof geroofd worden.

Bijv. Team geel is daarna aan de beurt en gooit 6. Zij mogen iemand op pad sturen om een kaartje graan te gaan halen. Team rood stuurt een teamlid op rooftocht om een kaartje naar keuze te stelen bij team geel.

 

Ieder team heeft bij aanvang van het spel vijf dorpskaarten, tien straatkaarten en 3 stadskaarten. Ook heeft ieder team van elke grondstof 1 grondstoffenkaart.

 

Met behulp van de dorpskaarten kan een dorp gebouwd worden. Heeft een team genoeg grondstoffen om een dorp te kunnen bouwen, dan leveren zij een dorpskaart en de vereiste grondstofkaarten in bij de centrale post. De leiding die bij het betreffende team staat, geeft per porto aan het andere team door dat er een dorp gebouwd gaat worden. Een dorp wordt gebouwd door een lintje van de eigen teamkleur om een tak van een boom te knopen.

 

Als een team een straat wil bouwen, leveren zij een straatkaart en de benodigde grondstofkaarten in bij de centrale post. Een straat wordt gevormd door een teamlid bij boom te laten staan die naast een boom staat waarmee een dorp gebouwd is. Straten moeten altijd aansluiten aan een dorp of andere straat. Er kan dus pas met de bouw van een straat begonnen worden nadat het eerste dorp gebouwd is. Het bouwen van een straat wordt doorgegeven via de portofoon aan het andere team.

 

Tussen twee verschillende dorpen, van eigen kleur of van een andere kleur, moeten minimaal twee straten (dus twee bomen) zitten. Zodra een weg wordt ‘afgesloten’ door een nieuw dorp, mogen de kinderen die de straten uitbeelden weer terug naar hun basispost. De bomen die als straat dienen worden gemarkeerd met stoepkrijt in de kleur van het team, zodat andere teams weten dat die bomen niet meer gebruikt kunnen worden voor andere bouwactiviteiten. Als een straat wordt afgesloten door een nieuw dorp, wordt dit per porto gecommuniceerd aan het andere team.

 

Elke beurt kunnen grondstoffen gegooid worden. Bij voldoende grondstoffen kan een nieuwe straat gebouwd worden (aan een bestaand dorp of straat vast) of een nieuw dorp (aan bestaande straat als die straat minimaal 2 bomen lang is) of op een nieuwe locatie (minimaal 2 bomen verwijderd van andere dorpen of steden).

 

Een stad kan gebouwd worden op de plek van een dorp zodra er genoeg grondstoffen zijn. Een stadskaart wordt ingeleverd bij de centrale post, samen met de benodigde grondstofkaarten. Belangrijk: levert een team een stadskaart in, dan krijgen ze een van hun dorpskaarten terug, zodat ze hier een nieuw dorp mee kunnen bouwen!

Het upgraden van een dorp naar een stad gebeurt door een tweede lint van de eigen kleur naast of onder het lint van het dorp te knopen. Het upgraden van een dorp naar een stad wordt doorgegeven via portofoon aan het andere team.

 

Het doel is 10 overwinningspunten te verzamelen met je team.

Een dorp is 1 overwinningspunt, een stad 2.

Verder zijn er 2 overwinningspunten te verdienen voor het team met ‘de langste route’ (mogelijk vanaf 5 straten). Haalt het andere team daarna 6 straten (voor het eerste team dat doet), dan gaan de 2 punten naar het andere team etc.

Tot slot kan het team dat als eerste 5 keer de roofridder heeft kunnen gebruiken, ook 2 overwinningspunten krijgen (hierbij geldt ook dat als het andere team meer haalt, de punten naar hen gaan).

 

Grondstoffenoverzicht
PDF – 214,5 KB 532 downloads

Maak jouw eigen website met JouwWeb